Ratings & Reviews performance provides an overview of what users think of your app. Here are the key metrics to help you identify how your app is rated by users and how successful is your review management strategy.
Pinochle is een kaartspel met een stok van 48 of 80 kaarten van negens, tienen, boeren, vrouwen, heren en azen. Het spel bestaat uit meerdere ronden waarbij je moet bieden, (voor het recht om de troefkleur te bepalen en eventueel kaarten uit te wisselen), roemen en slagen moet winnen. Spelers winnen punten door diverse kaartencombinaties te roemen en slagen binnen te halen. Delen: Bij elke hand wordt met de klok mee gedeeld. Bij een spel met een enkele stok deelt de deler twaalf kaarten aan elke speler. Bij een spel met twee stokken worden de negens verwijderd en deelt de deler twintig kaarten aan elke speler. Bieden: Spelers bieden voor het recht om de troefkleur te bepalen. Als tijdens een spel het team dat de bieding heeft gewonnen het bod niet evenaart, verliest dat team het puntenaantal van het bod. De eerste speler links van de dealer is ‘in’ voor een bod dat door de gebruiker is bepaald. Bieden wordt met de klok mee gedaan, meestal met stappen van 1 punt. Een speler die past, doet niet meer mee aan de bieding voor deze hand. Een bod van ‘bieden of weggooien’ wil zeggen dat een speler liever wil dat er opnieuw wordt gedeeld als de andere spelers hiermee akkoord gaan, maar dat hij anders het recht behoudt om te bieden. De winnende bieder kiest een troefkleur voor de hand. Hij kan tot vijf kaarten van zijn partner krijgen, of weduwekaarten pakken van het midden van de tafel, afhankelijk van de gebruikersinstellingen. Slagen: De spelers pakken hun kaarten en het spel begint. De winnende bieder leidt (meestal met een troefaas). Er wordt met de klok mee gespeeld, tot elke speler een kaart heeft gelegd. Spelers moeten kleur bekennen, tenzij ze de kleur niet hebben. In dat geval moeten ze troeven. Als een speler geen kleur kan bekennen en geen troefkaart heeft, mag hij elke kaart spelen. Ook moeten spelers, als ze kunnen, de vorige hoogste kaart overtreffen. Als speler 1 bijvoorbeeld leidt met klaveren tien, moet speler 2 dit, als hij kan, overtreffen met een klaveren aas. Als speler 2 de tien niet kan overtreffen, moet hij, als hij kan, nog steeds kleur bekennen. Als hij geen klaveren heeft, moet hij, als hij kan, troeven. Als speler 2 troeft met een troefvrouw, moet speler 3 nog steeds de oorspronkelijke kleur bekennen en klaveren spelen, mits hij er een heeft (hoewel hij de tien niet hoeft te overtreffen, want de hoogste kaart is nu een troefkaart). Als speler 3 geen klaveren heeft en moet troeven, moet hij de troefkaart van speler 2 overtreffen. Als er tijdens de slag geen troefkaarten zijn gespeeld, wint de hoogste kaart van de kleur waarmee de slag werd geleid. Als er tijdens de slag troefkaarten zijn gespeeld, wint de hoogste troefkaart de slag. De volgorde van de kaarten is aas, tien, heer, vrouw, boer, negen. Als er twee exemplaren van de hoogste kaart zijn, wint de speler die als eerste die kaart heeft gespeeld. Resultaat van de hand: Beide teams tellen de tellers van de slagen die ze hebben gewonnen: azen, tienen en heren zijn elk 1 punt waard. De andere kaarten hebben geen waarde. Het team dat de laatste slag heeft gewonnen krijgt 1 extra punt als met een enkele stok is gespeeld, of 2 extra punten bij een dubbele stok. Als het biedende team met de combinatie van roempunten en slagpunten niet genoeg punten heeft gescoord, wordt het geboden aantal punten van hun score afgetrokken. Een team dat niet het vereiste minimumaantal slagpunten wint, verliest alle roem van die hand. Als het niet-biedende team geen slagen won met tellers, maar wel troef negens heeft geroemd, dan worden die punten geteld.